Veilig lopen en fietsen

Om veilig te kunnen lopen en fietsen is het belangrijk dat je de regels hiervoor kent.

Loop je in Nederland over straat? Dit zijn de belangrijkste verkeersregels als voetganger:

Loop zo veel mogelijk op de stoep. Is er geen stoep? Loop dan zo veel mogelijk aan de zijkant van de weg of in de berm (de strook naast de weg).
Steek de weg over bij een zebrapad, als dat er is. Op het zebrapad heb je voorrang.
Houd je aan de algemene verkeersregels.

Ga je fietsen? Dit zijn de belangrijkste verkeersregels als fietser:

Houd je aan de algemene verkeersregels.
Als je links- of rechtsaf gaat, steek dan je arm uit aan de kant die je op wilt fietsen.
Als het donker is, moet je licht op je fiets hebben. Lees hieronder meer over fietsen in het donker.

Meer informatie over fietsen:

Fietsen in het donker
In het donker fietsen zonder licht is heel gevaarlijk. Je bent dan niet goed te zien voor ander verkeer. Daarom is het verplicht om je fietslampen aan te doen als het donker is.

De regels voor fietsverlichting

Je fiets moet lampen hebben:
- Wit of geel licht aan de voorkant van de fiets.
- Rood licht aan de achterkant van de fiets.
- De lampen zitten vast aan de fiets.
- De lampen branden de hele tijd en mogen niet knipperen.
Je fiets moet reflectoren hebben (een reflector kaatst licht terug, waardoor je beter te zien bent):
- Rode reflector achter op je fiets.
- Gele reflectoren op je trappers.
- Witte of gele reflectoren op je banden.
De politie controleert hier streng op. Die kan een boete geven als je in het donker rijdt zonder fietsverlichting. Of als je fietst zonder reflectoren op je fiets.
Met kinderen op de fiets
Wil je je kind achter op de fiets meenemen? Dat mag als je kind ouder is dan 9 maanden. Kinderen jonger dan 8 jaar moeten veilig kunnen zitten. Zorg voor voldoende steun aan de rug, handen en voeten. Bijvoorbeeld met een kinderzitje achter of voor op je fiets.

Kinderzitjes op de fiets

Als je een kind meeneemt op de fiets, moet het kind in een speciaal kinderzitje. Kinderen tot 3 jaar kunnen in een kinderzitje dat je vastmaakt aan het stuur van de fiets. Voor kinderen van 3 tot ongeveer 8 jaar gebruik je een kinderzitje op de bagagedrager. De bagagedrager is het rekje achterop de fiets.

Zorg voor voetenbeschermers

Let erop dat de voeten van je kind niet in het wiel van de fiets kunnen komen. Zorg daarom voor steunen onder de voeten en voetbeschermers. Een goede voetbeschermer is een hard plastic scherm dat tussen de voetensteun en het wiel zit. Een jasbeschermer is niet hetzelfde als een voetbeschermer.
Met je mobiele telefoon fietsen
- Fietsen met je mobiele telefoon in je hand is verboden.
- Als je tijdens het fietsen je telefoon gebruikt, kan de politie je een boete geven van € 140,-.
- Fietsen met oordopjes of een koptelefoon mag, maar dat is wel minder veilig. Dit kom doordat je dan geluiden in je omgeving minder goed hoort, zoals ander verkeer.

Je mag alleen bij een spoorwegovergang het treinspoor oversteken.

Bij een bewaakte overgang oversteken

De meeste spoorwegovergangen zijn bewaakt. Dit betekent dat er spoorbomen zijn. Deze gaan dicht als er een trein aankomt. Je wordt dan ook gewaarschuwd met rode lichten en rinkelende bellen.

Als bij een spoorwegovergang de rode lichten knipperen of de bellen rinkelen, moet je meteen stoppen. Ook als de spoorbomen nog niet dicht zijn. Ben je al aan het oversteken? Ga dan meteen van het spoor af. Wacht altijd met oversteken tot de spoorbomen weer open zijn en het licht en geluid uit is.

Bij een onbewaakte overgang oversteken

Sommige overwegen hebben geen spoorbomen of signalen (waarschuwingen zoals licht en geluid). Dit zijn onbewaakte overgangen. Kijk daar zelf goed uit voordat je oversteekt. En houd er rekening mee dat de treinen heel snel rijden.

Meer informatie over fietsen:

De regels voor fietsverlichting

Kinderzitjes op de fiets

Zorg voor voetenbeschermers

Bij een bewaakte overgang oversteken

Bij een onbewaakte overgang oversteken